Dag 1: Naar Madagascar, Antananarivo

Afhankelijk van je vlucht, arriveer je laat op de avond van dag 1, of aan het begin van dag 2 in Madagascar. Nadat we alle (helaas tijdrovende) formaliteiten hebben afgehandeld voor de visa - die je ter plekke aanschaft voor € 30 contant - rijden we direct naar ons nabij gelegen hotel.

Dag 2: naar Antsirabe (170 km, ca. 5 uur)

Wie gisteravond is gearriveerd, heeft een nacht doorgebracht in het hotel. Wie vanochtend is gearriveerd, mag zich opmaken voor de rit naar Antsirabe. Via de Nationale 7 rijden we zuidwaarts voor een flinke rit van een uurtje of vijf. Onderweg zie je de prachtige hooglanden in een schitterend landschap van rijstvelden, heuvels, en erosieformaties, hier bekend als Lavaka. Het landschap zal je 100% bekoren, uiteraard maken we de nodige fotostops.  

Onderweg maken we een korte stop in Ambatolampy, een kneuterig maar lieflijk stadje van diverse handwerkers, waar we een indrukwekkende stop maken bij de plaatselijke aluminium potten'fabriek'. Aan het eind van de middag arriveren we in Bira, zoals de stad Antsirabe liefkozend door de locals genoemd wordt. In ons prettige onderkomen is het heerlijk bijkomen van deze drukke dag!

Dag 3: Naar Miandrivazo (220 km, ca. 7 uur rijden)

Vandaag wordt een tocht die je niet snel zal vergeten. Het landschap verandert onderweg gestaag. Van het kenmerkende landschap van rollende groene heuvels tot de fotogenieke dunbevolkte graslandschap, het komt vandaag allemaal aan bod. Onderweg zien we in dit dunbevolkte gebied zelfs goudzoekers in de rivieren.

Aan het einde van de rit dalen we steil af van het einde van de Hooglanden naar de weidse kustvlakte met zijn brede en traag stromende rivieren. De laatste 30 km van deze etappe is er een die je helaas niet snel zal vergeten, vooral veroorzaakt door de meer dan 1800 (!) gaten en kuilen in het 'wegdek'. Wel krijg je daardoor een gratis African Massage, zoals de 23 miljoen Malagassiërs gekscherend deze kennismaking met hun ongelooflijke slechte wegen noemen. In het kneuterige stadje Miandrivazo overnachten we in een simpele, maar prachtige locatie, net buiten het dorpje. Wie wil kan nog even de benen strekken voordat je aan mag schuiven voor het diner. Liefhebbers van de overweldigende Afrikaanse sterrenhemel komen aan hun trekken later in de avond/nacht, met uitzichten waar je in Nederland alleen van kan dromen.

Dag 4: Naar Morondova (270 km, ca. 7 uur rijden)

Vroeg in de ochtend vertrekken we voor deze flinke rit, waarbij route 4 ons naar Morondova brengt. De Nationale 4 was tot 2007 niet verhard en staat in het regenseizoen vaak onder water. Ondanks dat er vandaag ook weer flink wat gaten in het wegdek zitten, is de rit een stuk comfortabeler dan gisteren. In de middag komen de eerste baobabs in zicht. Ooit was Morondova de zuidelijke grens van het Sakalava-koninkrijk, vooral groot geworden door zijn niet zo fijne rol in de bloeiende slavenhandel. Gelukkig zijn deze tijden voorbij. Het is ook de noordelijke limiet van het visgebied van de Vezo’s, een stam van semi nomadische vissers. Die leggen grote afstanden af in hun kleine zeilpirogues naar Indonesisch model, en kamperen s’nachts op een zandbank of op het strand.

Deze relaxte stad biedt volop vertier, zoals elke andere aan het strand gelegen badplaats. Wie wil kan later in de namiddag deelnemen aan een optionele excursie naar een mangrove-gebied en plek waar de vissersboten gemaakt worden, meer informatie krijg je ter plekke. Langs het leuke hotel straatje zijn er enkele lekkere eettentjes met vooral verse vis en zeevruchten. Het pittoreske haventje ligt vol met lokale vrachtscheepjes en hand gebouwde zeilschoeners die zo een maritiem museum zouden kunnen bevolken.

Dag 5: Morondova

Vandaag heb je een relaxte ochtend bij het sfeervolle hotel aan het idyllisch strand; een heerlijke gedachte na drie dagen hotsen en knotsen in onze bus over de meest verschrikkelijke wegen van Madagascar. Rond de klok van half vier vertrekken we voor een rit van een half uur naar de 'Allee des Baobabs': een van de meest iconische fotogenieke plekken van het land. Ondanks dat de weg maar 260 meter lang is, zal je je verbazen hoe prachtig het hier is.

Vandaag bekijken we de fotogenieke Afrikaanse zonsondergang op een van de mooiste plekken van Madagascar: de Allee des Baobabs. Daarna is het nog een half uurtje hotsen en knotsen naar het hotel. 

Dag 6: Naar Manja (160, ca. 6 uur rijden)

Vandaag staat de meest avontuurlijke tocht van deze reis op het programma en - helaas - wacht ons ook het minste hotel van deze reis. Wie echter vanuit deze westelijk gelegen uithoek naar het zuiden wil en het 'echte Madagascar' wil ontdekken, zal deze Road to Hell voor lief moeten nemen. Omrijden via 'normale' wegen naar het zuiden duurt drie volle dagen! De eerste twee kilometer van de 160 kilometer dagetappe zijn nog voorzien van een soort van asfalt, de rest van de route voert over zanderige veredelde zebu-paden. De organisatoren van de rally-race Parijs-Dakar zijn ongetwijfeld jaloers op deze etappe. Uiteraard kunnen we deze ruige route niet met onze normale bus afleggen, dus verruilen we ook vandaag - net als gisteren- onze vertrouwde bus voor een avontuurlijke 4x4 jeep. Bruggen zijn er niet, dus doorkruisen we met de jeeps regelmatig het kniehoge water van de vijf wassende rivieren die we tegenkomen. De piste naar Manja is liefkozend omgedoopt door de locals tot Mon Ami, alhoewel in onze verbeeldingskracht een liefje toch over andere kwaliteiten moet beschikken.

Na zes uur hotsen en knotsen bereik je het kleine dorpje Manja, waar we ons nestelen in het hart van dit gehucht. In het enige guesthouse in een weidse omgeving van ruim 300 kilometer! Waarschijnlijk is het overbodig om uit te leggen dat vanavond meer in het teken staat van 'de nacht overleven' dan intens genieten. De kamers waar we overnachten zijn gehuisvest in een soort bouwketen en zijn zeer sober ingericht. Het matras is een soort spijkerbed en elektriciteit is er slechts enkele uren per dag en stromend water uit de kraan speelt verstoppertje met de pijpleidingen. Ondanks al deze tekortkomingen, besef dat je je bevindt in een van de meest afgelegen streken van Madagascar. Een land dat al jaren in de top van de kopgroep staat van 'meest arme landen ter wereld'. Gelukkig is de hoofdstraat van Manja voorzien van de nodige cafeetjes waar je je verdriet kan verdrinken en intens kan genieten van de 'couleur locale'. De schreeuwende ghetto-blasters op standje XL-burenruzie maken het pittoreske plaatje compleet. Ondanks dat er dus genoeg legitieme ingredienten aanwezig zijn om je aan te ergeren: besef dat dit het Echte Afrika is. Gecontroleerde chaos, herrie en ranzigheid op de vierkante meter, maar meer Afrikaans dan dit ga je het deze reis niet meemaken. En het goede nieuws is: morgenochtend verlaten we deze zeer bijzondere plaats weer en heb je genoeg sterke (en niet overdreven!) verhalen om de komende jaren op verjaardagsfeestjes de show te stelen!

Dag 7: Ifaty (250 km, ca. 5 uur)

Zo slechts als de weg gisteren was, zo perfect is het glad gestreken asfalt vandaag. Met dank aan de Chinezen die hier - in ruil voor wat nabij gelegen bergen - twee jaar geleden een perfecte snelweg hebben aangelegd. Het onbetwiste hoogtepunt van vandaag is echter het overvaren van de Bevoay rivier, waar de Afrikaanse manier van 'oplossingen bedenken' geweldig in de praktijk is gebracht. Niet denken in problemen, maar in oplossingen. Halverwege de middag arriveren we in het aan het strand gelegen Ifaty, waar we kunnen genieten van een eenvoudige lunch.

Hier krijgt het begrip Baobab, Koning der Bomen, een nieuwe dimensie. Van oudsher zijn de inwoners van Ifaty-vissers. De mannen trekken er vroeg in de ochtend op uit met hun kleine pirogues. De vrouwen wachten hen op en proberen de vis zo snel mogelijk te sorteren en te verkopen of naar de markt in Tulear te brengen. Ook zie je hier veel vrouwen met een soort klei op hun gezicht. Dit is de natuurlijke zon bescherming, afkomstig van een boom. Ze vermalen de bast op een stenen plaat en vermengen de pulp met water. Daarna brengen ze het goedje aan op hun wangen. Deze 'Masonjoany' verwijdert men ‘s avonds weer. Vergeet niet om een wandeling langs zee te maken voordat je dag afsluit met een vers gebakken/gegrild visje, of een sappige zebu-steak. 

Dag 8: Ifaty

Vandaag heb je een vrije dag, je hebt bijna zelfs het gevoel dat je op vakantie bent:) Maar bij Grensloos Genieten organiseren we ook dan weer leuke excursies. Omdat Ifaty in de grootste lagune van het land ligt en beschermd wordt door een prachtig koraalrif, is dit de ideale plek om te snorkelen en/of duiken. Ook walvissen zijn hier regelmatig te gast buiten het rif in de zuidelijke winter. Op het strand (of op het resort zelf) kan je ook een heerlijke ontspannende massage boeken.

Ook absoluut de moeite waard is een bezoek aan Spiny Forest, of Reserve Reniala zoals het officieel heet. In dit park vind je tal van endemische boom- en plantensoorten. Bijzonder is de grote collectie verschillende cactussoorten. Daarnaast kun je hier diverse soorten Baobabs bewonderen. Pal ernaast ligt het opvangcentrum van 'verdwaalde' schildpadden dat eveneens een bezoek meer dan waard is. Een uur durende boottocht over de prachtige laguna is eveneens een van de hoogtepunten van een bezoek aan Ifaty.

Dag 9: Naar Ranohira & Isalo, 240 km, ca. 8 uur)

We beginnen de dag met een korte rondrit & wandeling door het chaotische stadje Tulear, voordat we de Nationale 7 nemen naar het noordoosten. In het prachtige binnenland - met helaas weer een weg met meer gaten dan asfalt - komen we in het land terecht van de Mahafaly. Deze etnische bevolkingsgroep heeft de prachtige betekenis van 'zij die blij maken'. Hun eenvoudige, maar tegelijkertijd zeer boeiende graftombes vormen een van de meest culturele en architectonische toppers van dit land, want een huis is tijdelijk, een graf is voor altijd.

Ook fungeert dit gebied als een overgangszone tussen twee klimaatzones. Onderweg passeren we verschillende natuurparken en slaperige stadjes als Ilakaka, hoofdstad van de safier, 'spirituele meesterstenen'. Terwijl we iets verderop afscheid nemen van de laatste baobabs op deze reis, naderen we het gebied van de imposante tafelbergen rondom Isalo. Voordat we inchecken voor een tweedaags verblijf bij ons prachtige onderkomen, brengen we een bezoek aan het Instagram-achtige 'fenêtre de l’Isalo' voor de prachtige plaatjes van dit bergachtige gebied.

Dag 10: Isalo & Ranohira

Wie vandaag wil relaxen kan dit doen in dit dorpje van 5.000 inwoners dat wordt omgeven door uitgestrekte graslanden en rotsachtige bergen. Het is een rustige buitenpost die een uitstekende plek biedt om op adem te komen. Liefhebbers van prachtige natuur raden wij aan om mee te gaan op de optionele excursie naar Isalo National Park.

In dit zeer uitgestrekte park kan je een pittige (4 uur) of een relatief makkelijke wandeling van anderhalf uur maken. Wat je ook kiest, dit gebied staat vooral bekend staat om zijn prachtige kleurige geërodeerde zandsteen massief. De rotsen vormen beelden van allerlei soorten: maskers, een schildpad, Dart Vader, een krokodil. Tijdens beide wandelingen kan je een verfrissende duik nemen in een natuurlijk zwembad. Ook de canyon met zijn diepe afgronden is een meesterwerk van Moeder Natuur. Tevens kan je je aanmelden voor een heuse bush-lunch, de late namiddag ben je vrij om te relaxen in het prachtig gelegen kampement.

Dag 11: Naar Ambalavao (190 km, ca. 5 uur)

Vandaag passeren we het plateau van Horombe, waar de rode aarde de grote publiekstrekker is. Deze savanna is het domein van het Bara-volk. Naar schatting een half miljoen mensen behoort tot deze stam en die zijn echt de cowboys van Madagascar die van en voor hun zebu-runderen leven. Onderweg maken we een stop in Ihosy, waarna we de rit vervolgen en het landschap (nog) groteskere vormen begint aan te nemen. Door de leegte van het landschap geeft dit nog meer impact. Een berg met de prachtige titel de 'Hoed van de Bisschop' is een heilige plek voor de Betsileo stam. 

Ondertussen hebben we de zuidelijke savannas verlaten en zijn we terug in de Hooglanden. Vlakbij het dorp ligt het compacte Anja gemeentepark, waar we morgenochtend een bezoek aan brengen. Vanmiddag maken we een wandeling van een kleine twee uur door het ernaast gelegen gebied dat vol is gebouwd met rijstvelden en een lieflijk kneuterig dorpje. Onze 'entree' zorg ervoor dat de school kan blijven bestaan en de rijsteelt is zodanig verbeterd dat de opbrengst drie maal zo groot is als voorheen.

Dag 12: Naar Ranomafana (100 km, ca. 4 uur rijden)

Vandaag bezoeken we als eerste het natuurpark Anja, waar de ringstaart makis het best te zien zijn van heel Madagascar. Een makkelijke wandeling van anderhalf uur neemt je mee naar een andere wereld. Daarna komen liefhebbers van traditionele ambachten aan hun trekken met een bezoek brengen aan de papierwerkplaats van Anteimoro. Het is prachtig om het gehele proces te zien van de schors van de boom tot kleurrijk versierd papier met echte bloemen erin verwerkt! Ook de plaatselijke 'zijde-fabriek' is een Must See.

Na een korte stop in Fianarantsoa verlaten we de Hooglanden en dalen af naar het oostelijke regenwoud.Het landschap veranderd snel en er komt een weelde van groen voordat we het eindpunt van vandaag naderen. We overnachten wederom twee nachten op een eenvoudige, maar prachtige plek aan de rand van het regenwoud.

Dag 13: Ranomofana

Vandaag heb je de kans om wederom rustig te relaxen of om deel te nemen aan de optionele tocht naar het NP Ranomafana. Maar liefst twaalf verschillende exemplaren noemen dit hun thuis, al is het voor de leek moeilijk om alle types te distantieren van elkaar. De wandeling is behoorlijk tot ruig heuvelachtig, dus zorg dat je je wandelschoenen aanhebt en je kuiten getraind zijn.

Verder zijn de ruim honderd vogelsoorten op deze locatie interessant, dus vergeet je verrekijker niet. Om het 'picture perfect' groene plaatje compleet te maken, zijn ook de bloemen en bomen hier de moeite waard. Ranomafana (= warm water) is tevens de plek op dit eiland voor liefhebbers van een vulkanische bad in een soort mega-badkuip. Uiteraard neemt je reisleider je mee naar deze verkwikkende locatie. Het dorpje zelf heeft verder weinig te bieden, al is de sfeer heerlijk Afrikaans!

Dag 14: Naar Antsirabe (250 km, ca. 8 uur) 

Vandaag vervolgen we onze rondreis met een dagvullende tocht naar het op 1540 meter hoogte gelegen Antsirabe, maar eerst bezoeken we Ambositra. Dat de voorvaders van de lokale bevolking afkomstig zijn uit Azie, is een onomstreden feit. Maar vandaag neemt ook het landschap Aziatische vormen aan. De rijstplantages op de heuvels lijken zo te zijn ontvreemd uit de binnenlanden van Indonesië of Thailand. Om het Aziatische plaatje nog meer te vervolmaken, in deze stad rijden veel pousse-pousses rond; riksja-achtige voertuigen die lopend worden voortgetrokken!

De Zafimaniry bevolking van deze regio zijn de houtsnijwerkers bij uitstek in Madagascar. Geniet van hun ongekende meesterwerken in klein en groot formaat. Gelukkig leveren deze souvenirs geen problemen op bij terugkeer op Schiphol. Aan het eind van een lange rijdag - met helaas meer gaten en kuilen dan asfalt - arriveren we op onze plaats van bestemming: Antsirabe, waar we twee nachten verblijven. Vanwege haar hoge ligging wordt de derde grootste stad van het land ook wel de 'koudste stad van Madagaskar' genoemd. In de stad bevinden zich bedrijven uit de zuivel- (Tiko), dranken- (Star Brasseries), textiel- (Cotona) en graanindustrie (Kobama). 

Dag 15: Antsirabe

In de ochtend maken we een (optionele) fietstocht door de prachtige omgeving van dit mooie stukje Madagascar. Je hebt de keuze tussen een mountainbike of een fiets riksja, waarbij al het werk gedaan wordt door de plaatselijke Joop Zoetemelk's. In de namiddag ben je vrij om het elegante Bira al wandelend te ontdekken of te relaxen in het hotel. Antsirabe werd gesticht door Noorse missionarissen, en was gedurende de koloniale tijd een kuuroord voor Franse kolonisten. Voorheen was Antsirabe vooral bekend vanwege zijn zoutproductie, anno 2025 is het vooral de stad van het bier. Kijk dus niet raar op als je een ietwat muffige geur ruikt als je de stad binnenrijdt.

Maar dit is ook de stad van de creatievelingen en kunstenaars. De vele ateliers bewijzen dit. De meest bijzondere in het knusse centrum is in onze ogen die waar de Zebu-hoorns bewerkt worden in een keur aan kunstzinnige creaties. Uiteraard bezoeken we deze creative plek. Ernaast ligt een andere bijzondere creatieve plek, waarbij diverse materialen gerecycled worden tot miniatuur fietsen en auto's.

Dag 16: Naar Antananarivo (200 km- ca 5 uur)

Vandaag rijden we relaxed naar de hoofdstad van Madagascar, waar je wederom in hetzelfde knusse hotel overnacht als de eerste avond van deze reis. Morgen begeef je je naar de oostkant van dit indrukwekkende eiland.

Dag 17: Naar Andasibe (135 km, ca. 5 uur)

Na het midden en zuiden van Madagascar met een bezoek vereerd te hebben, is het nu tijd voor de pittoreske oostkant van het eiland. Ondanks dat we een relatief korte afstand dienen te overbruggen, neemt het door de vele files en de bochtige wegen bijna de gehele dag in beslag. Maar vertrouw op onze blauwe ogen als wij je vertellen dat deze martelgang de moeite meer dan waard is. De beruchte Nationale 2 verbindt Tana met Tamatave, de grootste haven van het land. Dit is de drukste weg, daar alle goederen en brandstoffen over deze bochten rijke weg het land binnenrijden. Het is helaas ook de meest gevaarlijkste weg en er zijn altijd omgekantelde vrachtwagens te zien.

Vanuit Tana gaat het eerst bergopwaards naar de waterscheidingslijn, daarna steil afdalen naar Moramanga. De locale truckers hebben soms watersproeiertjes aangebracht om hun remmen te koelen. We overnachten wederom twee nachten op een pittoreske locatie in het kleine dorpje Andasibe. Dit wordt omgeven door een gordeltje van beschermd regenwoud en verschillende parken met een ongelooflijke natuurlijke omgeving en een scala aan exotische Madagaskische wilde dieren. Het is een uitstekende uitvalsbasis om de spectaculaire omgeving te verkennen. Vandaag kunnen we ook nog een bezoek brengen aan het Pyereras Reptiles Park, waar kleurrijke kameleons en andere reptielen om aandacht vragen. En natuurfanaten mogen de eerste avond mee op een anderhalf uur durende Night Walk.

Dag 18: Andasibe

Dag 19: Naar Antananarivo (135 km, ca. 5 uur)

In de ochtend rijden we over 'snelweg' 2 terug naar Tana, waar we net na de middag arriveren. Voordat we halverwege de avond afreizen naar de luchthaven, beschikken we in het inmiddels welbekende hotel van Tana over een gemeenschappelijke kamer waar we om de beurt even kunnen douchen/opfrissen. Na de lunch nemen we in Tana de tijd om het belangrijkste gebouw van dit land met een bezoek te vereren. De Rova is het koninklijk paleiscomplex en was de residentie van de Merina-koningen en hun families gedurende het koninkrijk Imerina. Op de hoogst gelegen heuvel van de stad staat dit parmantige complex, helaas is het een replica van het in 1995 in brand gestoken kluster aan gebouwen. Sinds 2023 zijn de gebouwen echter in oude staat herstelt en kan je je weer vergapen aan oude juwelen, kleding en andere koninklijke attributen die grotendeels uit de brand zijn gered. 

Vervolgens neemt de reisleider je mee op een wandeling van de historische bovenstad naar de chaotische onderstad. Onderweg mag je nog een keer genieten van het drukke straatleven, voordat we afreizen naar het inmiddels bekende hotel, dat op een steenworp afstand van de internationale luchthaven ligt. Rond de klok van 21:30 uur reizen we naar de luchthaven van Tana, waar laat in de avond of net na middernacht je vlucht naar Europa vertrekt.

Dag 20: naar Nederland

Onze vlucht met KLM/Air France vertrekt net na middernacht (dus in de vroege ochtend van dag 20) naar Nederland, via een korte tussenstop in Parijs. Iets na het middaguur arriveren we op dag 20 op Schiphol. Wij zijn er verzekerd van dat je tegen die tijd Madagascar in je hart hebt gesloten, net als wij van Grensloos Genieten.