Dag 1: Naar Zuid-Korea (Seoul):

Vanuit Nederland vertrek je op dag 1 naar Zuid-Korea, waar je (hopelijk) uitgerust op dag 2 in de ochtend arriveert.

Dag 2, 3 & 4: Seoul:

Nadat we Zuid-Koreaanse won gepind of gewisseld hebben, overbruggen we de 50 km naar het oostelijker gelegen Seoul. Vanuit de luchthaven Incheon reis je per comfortabele bus naar het hart van Seoul, waar je vier dagen/drie nachten in een comfortabel hotel verblijft. De hoofdstad van Zuid-Korea mag je met recht een van de meest fascinerende steden van de wereld noemen. Seoul mag dan ontelbare malen verwoest zijn gedurende de 2000 jaar van haar bestaan, telkens weer wisten de Koreanen deze stad te herstellen en nieuw elan in te blazen.

En al mag dit een hypermoderne stad zijn, nog steeds vind je hier restanten uit het rijke verleden terug en voel je de sfeer van vergane dynastieën. De Namdaemun markt is behalve een prima plek om te winkelen, ook een leuke plek om 's avonds een hapje te eten. Nachtbrakers die helemaal los willen gaan zullen vroeg of laat eindigen op Itaewon, waar meer dan 2.000 (!) barretjes, kroegen, cafes, restaurants en karaoke gelegenheden zijn.

Gedurende ons vierdaagse verblijf bezoeken we alle welbekende hoogtepunten (en nog veel meer). Enkele van de vijf belangrijke paleizen (Changgyenggung en Gyeongbokgung) behoren tot onze favorieten, waarbij de wisseling van de wacht altijd leuke fotogenieke plaatjes oplevert. De mooiste Boeddhistische tempel (Jogyesa) vereren we tijdens onze stadswandelingen eveneens met een bezoek. Uiteraard is er daarnaast -indien gewenst- ook nog vrije tijd om een of meerdere van de vele prachtige musea te bezoeken, zoals bijvoorbeeld het Nationaal Folk Museum, Nationaal Museum van Korea, 'War Memorial of Korea' of een van de vele andere boeiende musea. Reisleider Theo helpt je graag op weg met vele handige tips. Voor de liefhebbers organiseert de reisleider daarnaast een ontspannen fietstocht langs het bruisende hart van de stad, de rivier Han, zijn omliggende beken en de vele groene parken die Seoul telt.

Bij een bezoek aan Korea mag je uiteraard de DMZ-zone (gedemilitariseerde zone, optionele excursie voor dag 5) aan de grens met Noord-Korea niet overslaan. Over een afstand van 248 kilometer staan al sinds 1953 twee van de sterkste troepenmachten ter wereld pal tegenover elkaar. Behalve wat (relatief kleine) schermutselingen kijken deze drie legers (ook de USA is hier nog steeds bij betrokken) elkaar elke dag diep in de ogen. Bij het Dora observatorium en het Dorasan station krijg je meer uitleg over de wapenstilstand die hier nu al decennia heerst.

Wie genoeg conditie heeft kan 75 meter onder de grond afdalen en 'infiltratietunnel nummer drie' bezoeken, een van de vier ondergrondse galgenstelsels die door de Noord-Koreanen gegraven zijn om Zuid-Korea op een verrassende manier binnen te vallen. Waarschijnlijk zijn er nog meerdere maar die die zijn vooralsnog nog niet ontdekt. Dit uitje behoort zonder twijfel tot een van de meest bizarre excursies die je waarschijnlijk ooit geboekt zult hebben tijdens je reizen, maar deze optionele dagtrip mag ons inziens zeker niet ontbreken tijdens deze boeiende rondreis.

Dag 5 & 6: Suwon:

Op het einde van dag 5 reizen we per trein in een klein uurtje naar het 30 km zuidelijker gelegen Suwon, waar we vervolgens twee nachten verblijven. Dit is een van de leukste steden van Zuid-Korea en tevens de enige overgebleven, volledig ommuurde stad van Zuid-Korea. Het 'Suwon Hwaseong Fortress' is door Unesco sinds 1997 opgenomen op de lijst van beschermde werelderfgoederen. Over een afstand van maar liefst 6 kilometer omhullen deze imponerende 18e eeuwse stadsmuren deze stad met hun beschermende stenen schil.

Een van de vier overgebleven stadspoorten is zelfs de de grootste van Korea. Als je stevig doorstapt kun je op dag 6 in een uurtje of vier de hele omtrek van de gemiddeld zes meter hoge Hwaseong-muren al wandelend overbruggen, met onderweg enkele prachtige vergezichten over de vele monumenten die Suwon telt. Maar veel leuker is het om de hele dag - al dan niet aan de hand van de reisleider- te dwalen in en rondom de muren van de hoofdstad van de Zuid-Koreaanse provincie Gyeonggi. De vele studenten die hier wonen, Suwon telt namelijk maar liefst 11 universiteiten, zorgen voor een relaxte en ontspannen sfeer.

Het centraal gelegen Hwaseong Haenggung Palace is een trekpleister voor de vele Koreaanse toeristen die Suwon bezoeken, vooral omdat dit beschouwd wordt als het 'mooiste en best bewaarde' (lees gerestaureerde) paleis van de de Koreaanse koningen. Het gelijknamige museum (aan de overkant van het plein) geeft alle architectonisch geheimen van dit indrukwekkende bouwwerk prijs. Het toilet-museum is eveneens een aanrader, waar op een humoristische manier wordt belicht wat er elke dag allemaal in het kleinste kamertje van het huis gebeurt. 

Kunstliefhebbers komen hier overigens helemaal aan hun trekken, want de leuke oude binnenstad telt talloze galeries en kunstwinkels. Ook moet je zeker een kijkje nemen in een of twee van de volkswijken (hanoks) die gezegend zijn met een brede variatie aan kleurrijke muurschilderingen. Wie geen zin heeft om veel te lopen kan het zich makkelijk maken en de trolleybus nemen die langs alle belangrijkste toeristische punten rijdt. Wie liever dag 6 spendeert met een bezoek aan een van de betere 'folkloristische dorpen' van Korea (in heel Korea zijn er een handvol), ook dit is mogelijk. De reisleider geeft ter plekke alle details over deze optionele excursie.

Dag 7: Daegu:

Vanuit Suwon reizen we terug naar Seoul en direct met de trein van Korail door naar Daegu, de vierde grootste stad van het land. In de namiddag komen we aan in deze boeiende stad met het bruisende centrum. Dat Zuid-Korea heden ten dage een van de belangrijkste landen in de wereld is op het gebied van (traditionele) medicijnen, heeft dit te danken aan hun voorvaderen die al honderden jaren geleden elk grassprietje, plantje en elke bergtop bekeken en verkend hebben op zoek naar bruikbare medicinale planten.

Het resultaat vind je terug in het centrum van Daegu, waar een hele wijk is te vinden met honderden winkels die voor elk kwaaltje of ziekte een oplossing voorhanden hebben. Het Yangnyeongsi Museum van Orientaalse Geneeskunde is tevens een aanrader, hier wordt op een heldere manier uitgelegd waarom deze streek zo rijk is aan kruiden en medicijnen.

De missionarissen van het katholieke geloof hebben het hier vier eeuwen geleden eveneens druk gehad, gezien de vele restanten die de stad nog telt. In een ander wijk van het centrum vind je namelijk relatief veel kerken en prachtige overgebleven westerse huizen die eeuwen geleden de zendelingen herbergden. Onze favoriete wijk is de kleurrijke omgeving van de Kim Kwang-seok straat, een naam die je ongetwijfeld niet veel zag zeggen, maar deze Koreaanse variant van volkszanger Andre Hazes trekt tientallen jaren na zijn dood nog steeds dagelijks duizenden mensen naar zijn geboortewijk. Deze populaire zanger pleegde in de jaren negentig zelfmoord, maar zijn muziek is nog steeds ongekend populair bij jong en oud.

De nachtmarkt van Seomun (19:00-22:00 uur) is een van de leukere van het land, overdag werken hier meer dan 30.000 medewerkers in meer dan 6.000 stallen, 's avonds is het gelukkiger wat rustiger. Dwaal hier langs de verschillende mobiele eetstalletjes en bestel een van de vele lekkere regionale gerechten die hier voor een habbekrats te koop zijn. Onze tip? Neem de Jjjm-galbi, een heerlijke vleesstoofpot.

Wie liever de drukte van de stad wil ontvluchten, kan de bus nemen naar het bergachtige gebied van de Haien tempel, een rit van dik anderhalf uur brengt je naar een van de Zuid-Koreaanse tempels die door Unesco op de lijst van werelderfgoederen is geplaatst. Hier worden de zogenaamde 'tripitaka Koreana' bewaard, de grootste collectie in de wereld van houten geschreven en gedrukte blokken. Helaas zijn de 80.000 exemplaren heden ten dage maar moeilijk waar te nemen, aangezien allerlei moderne veiligheidsmaatregelen er voor hebben gezorgd dat ze alleen maar van een afstand te bekijken zijn. Wie wat moderner vermaak wil hebben, kan zich melden bij het Nakdong Water Resort in het westen van de stad waar 'de Ark' een ultra modern gebouw is.

Dag 8, 9 & 10: Gyeongju:

Op dag 8 verken je eerst overdag nog Daegu, dat genoeg te bieden heeft om je geen moment te vervelen. In de late namiddag van dag 8 reis je vervolgens naar het oostelijker gelegen Gyeongju, dat op slechts iets meer dan twee uur treinafstand van Daegu ligt. Drie nachten en twee volle dagen verblijven we in deze 'mooiste stad van het land', een titel die wij overigens niet bedacht hebben maar wel compleet delen. Dat Gyeongju het 'museum zonder muren' wordt genoemd, word je al snel duidelijk als je deze stad binnenkomt.

Deze voormalige hoofdstad van het Silla koninkrijk (een van de drie waar het huidige Zuid-Korea uit is samengevoegd) zwaaide bijna duizend jaar de scepter over Korea, is een waar openluchtmuseum. Nergens anders in dit boeiende land vind je zoveel tempels, grafheuvels, pagodas, rotstekeningen als in Gyeongju. Om alles te bekijken heb je alleen al 22 dagen nodig.

Een van de meest bizarre plekken is het Tumuli park, waar 23 groene molshopen verspreid liggen op een relatief kleine oppervlakte. Deze door mensenhanden gemaakte grafheuvels zijn typerend voor Gyeongju, waar in totaal meer dan 200 soortgelijke koninklijke graftombes zijn ontdekt. Een van deze tombes is open gesteld voor het publiek en geeft een prachtige inkijk in de rijke historie van dit gebied. De circa 10.000 opgegraven schatten zijn voor een groot gedeelte te zien in het nabijgelegen Gyeongju Nationaal Museum, een van de beste van het land.

Reisleider Theo organiseert ook hier weer een (optionele) fietstocht die je langs de belangrijkste historische plekken van de stad brengt. Een van de hoogtepunten die je absoluut niet mag missen is de Bulguk-sa tempel en de nabijgelegen Seokguram grotten tempel. Een bus brengt je in een klein half uur naar het 17 kilometer verderop gelegen complex. De beeltenis van de wereldberoemde pagoda van Bulguk-sa heb je overigens de afgelopen week al vaak in je handen gehad, namelijk telkens als je een biljet van 10.000 won uitgaf...:)

Een andere optionele excursie kan je maken door de bus te nemen naar het noordelijke gelegen Yangon dorpje, dat door Unesco wordt gezien als een 'onvervangbaar cultureel onderdeel van de Koreaanse cultuur'. Ondanks dat het er erg druk kan zijn met busladingen vol toeristen, is de sfeer nog steeds redelijk authentiek. Langs de honderden huizen van de locals kun je lekker struinen en genieten van de oude architectuur en relaxte sfeer die hier desondanks nog heerst. Ook in Gyeongju heb je overigens weer een prachtige nachtmarkt met heerlijke eettentjes.

Dag 11 & 12: Busan:

In de ochtend van dag 11 reizen we naar Busan, de tweede grootste stad van het land en een van de meest belangrijkste havens van Azië. Ook hier kom je weer tijd tekort om alle hoogtepunten te bekijken. In de anderhalve dag die we in deze stad van vier miljoen mensen hebben, raden wij je aan om minimaal de Jagalchi vismarkt te bezoeken. Mocht je de entree niet kunnen vinden, ga dan af op de geur die al sinds 1889 van verre verraadt dat dit een handelsmarkt is voor honderden soorten vissen en al het andere lekkers wat de zee voortbrengt. Elke dag kun je hier terecht van 05:00 to 22:00 uur. De nabij gelegen Gukje internationale markt is eveneens een aanrader, zeker voor wie wat leuke attributen als souvenir mee naar huis wil brengen voor het thuisfront.

De begraafplaats van de UN is al sinds 1951 de enige begraafplaats van de internationale volkerenbond in de wereld en zeker een bezoeken waard. Wie de schitterend gelegen Beomeosa tempel wil bezoeken moet er wel wat meer moeite voor doen, maar de gebouwen en de serene rust van dit 1300 jaar oude klooster maken veel goed. In de weekenden maken de circa 100 monniken graag plaats voor wie een heuse tempelervaring wil ondergaan en hier 24 uur wil doorbrengen. Ook de Tongdosa tempel is er een om niet te vergeten, terwijl de monniken van de Haedong Yonggusa tempel waarschijnlijk het mooiste uitzicht van Korea hebben vanuit hun schamele onderkomens.

Kunstliefhebbers komen aan hun trekken in de 'Gamcheon Cultural Village' dat zichzelf -ietwat beschaamd- in de toeristenfolders het 'Machu Pichu van Azie' noemt. Na de Koreaanse oorlog (1950-1953) was dit een van de gevaarlijkste krottenwijken van de stad, anno nu is de wijk 'opgeleukt' door studenten van de kunstacademie, echter niet altijd even professioneel uitgevoerd. Wie niet al te kritisch kijkt, ziet vooral een kleurrijke wijk waar de levensstandaard nog steeds niet al te hoog is, maar waar de bewoners vooral proberen te genieten van hun dagelijkse overlevingsstrijd in dit dure land. Het pittoreske uitzicht op zee en de vele creatieve creaties en openbare kunstwerken maken dit alleen al een bezoek waard.

De meeste van de musea zijn eveneens aanbevelingswaardig, waaronder het interessante historisch museum dat een zeer pijnlijk onderwerp uit de Koreaans-Japanse historie (de Koreaanse vrouwen die als 'seksslaven' dienden voor de Japanse soldaten in de Tweede Wereldoorlog) op een respectvolle manier toont. Wie na elf dagen rondtrekken (even) geen zin meer heeft in alle drukte en wil genieten op een zonovergoten strand: Gwangalli Beach is dan de juiste keuze. Visliefhebbers mogen zich melden op het Milak Waterfront park waar allerlei soorten vis opgediend worden. 's Avonds is het hier helemaal populair, want dan meldt half Busan zich om te genieten van de romantische omgeving en het fraaie uitzicht op de met 16.000 led lichtjes verlichte Gwangandaegyo brug.

In de vroege ochtend van dag 13 reizen we af naar Fukuoka/Hakata (Japan), dat doen we met de snelle draagvleugelboot 'The Beetle' die in slechts drie uur de ruim 200 km aan zeeafstand overbrugt tussen Zuid-Korea en Japan. Soms echter is de zee te ruig voor deze snelheidsduivel, dan verlaten we al op dag 12 Zuid-Korea, maar dan in de late avond. In dat geval arriveren we op dag 13 in de vroege ochtend in Japan. Deze oversteek doen we dan met een 'normale', stabiele veerboot die maar liefst drie keer zo langzaam vaart. De reisleider zal ter plekke bepalen wat er geadviseerd wordt door de Koreaanse overheid. Mochten we met de nachtboot vertrekken, dan doen we dat uiteraard alleen als we een comfortabele slaapplek aan boord hebben kunnen regelen. 

Dag 13 & 14: Fukuoaka/Hakata (Kyushu, Japan):

Laten we eerst een ding even uitleggen over de (eventuele) naamsverwarring van de steden Fukuoaka/Hakata dat op zich twee aparte steden zijn, maar bestuurlijk samengevoegd zijn tot een geheel. Hakata is de voormalige havenstad waar je waarschijnlijk de meeste tijd doorbrengt, want hier zitten de meeste hotels, restaurants, musea en winkels, terwijl Fukuoka vooral bekend is vanwege het oudste kasteel van Japan, dat helaas anno 2019 niet veel meer is dan een veredelde ruïne. In de loop der jaren zijn beide steden ongemerkt in elkaar verstrengeld geraakt, waardoor de buitenstaanders nauwelijks verschil ziet tussen Fukuoka of Hakata. Deze stedelijke agglomeratie herbergt in ieder geval behalve mooie stranden, moderne architectuur en prachtige musea ook de beste eettenten van Japan.

Wie geen zin heeft in een normaal restaurant, kan zijn honger stillen in een yatai, het Japanse woord voor een mobiele eetstal. Deze worden dagelijks tegen de avond opgebouwd langs de rivier en diep in de nacht weer afgebroken. Ondanks dat het niet altijd even comfortabel zitten is en de menukaart beperkt is (als die al aanwezig is), blijft het een leuke ervaring om -omringd door ketting rokende witte boorden werkers- te genieten van deze typische Fukuoka-ervaring. Deze stad herbergt namelijk meer yatai’s dan er in de rest van dit uitgestrekte land te vinden zijn.

Op dag 13 genieten we in de namiddag van een wandeling langs de mooiste tempels van Hakata, zoals de fascinerende Kushida shrine, Tochoji en de Jotenji tempel. De laatste is vooral bekend vanwege zijn rustgevende zen-tuin, terwijl de eerste tempel de grootste zittende Boeddha van Japan herbergt. Vergeet echter hier ook niet de tocht naar 'de hel' te maken, waarbij je onderweg geconfronteerd wordt met afbeeldingen van deze afschrikwekkende plek en het pad van het donker naar het licht.

Na al deze culturele onderdelen eindig je deze wandeling bij het hypermoderne winkelcentrum Canal City, een winkelcentrum van vijf verdiepingen met honderden leuke winkels en een spraakmakende fontein. Op loopafstand van hier vind je overigens ook tientallen yatai, nergens anders in Japan vind je dit soort culinaire romantiek. Kom wel met niet al te veel mensen, want de meeste mobiele eettenten hebben vaak maar plek voor maximaal twee personen. Ook kan je in dit gedeelte van de stad met een georganiseerde boottocht alle hoogtepunten van Fukuoaka en Hakata vanaf het water bekijken.

Op dag 14 neemt de reisleider liefhebbers mee op een (optionele) fietstocht door de mooiste wijken van Fukuoka, het oude kasteel en Ohori park. Onderweg nemen we ook de tijd om de mooiste musea van de stad te zien (het onlangs gerenoveerde Fukuoka Art Museum en het fascinerende Asian Art Museum) en een prachtige historische tuin. Tevens voert deze tocht langs een aantal moderne architectonische gebouwen, waaronder het welbekende Acros-gebouw en zijn hangende tuinen.

Ook kan je op dag 14 met je JR treinpas gratis reizen naar Nagasaki of Hiroshima, beide steden liggen op enkele uren reisafstand van Fukuoka/Hakata en zijn verrassend leuk. De reisleider geeft je ter plekke alle details over deze steden die we in de rest van de wereld voornamelijk kennen als de twee 'atoombom steden'. Naar Nagasaki moet je op een dikke 2,5 uur reistijd (enkele reis) rekenen, terwijl Hiroshima al in iets meer dan een uur bereikt kan worden.

Dag 15: Beppu (Kyushu):

Op dag 15 reizen we in de ochtend met de trein naar Beppu, waar we twee uur later arriveren en een nacht zullen verblijven. Beppu herbergt voldoende eetgelegenheden en in het You-Me Town winkelcentrum zijn een aantal fastfoodzaken en een grote supermarkt. Nadat we onze bagage in het centraal gelegen hotel gedeponeerd hebben, reizen we af naar de 'hellen'. Het blijft elke keer weer een fantastisch gezicht om alle stoomwolken te zien op de omliggende berghellingen, waar dagelijks meer dan 100 miljoen liter heet water wordt opgepompt. 

De makkelijkste manier om de mooiste van deze warmwaterbronnen te bereiken is door een openbare bus (30 minuten) naar het hoogste punt van de nabijgelegen bergtop te nemen en dan al wandelend weer af te dalen. Er zijn maar liefst acht hellendistricten, waarvan er enkele zo kokend heet zijn dat je er levend zou verbranden als je deze zou betreden.

In de film ‘Nagasaki’ is te zien dat dit kokende water in het verleden ook werd gebruikt als efficient martelwerktuig tegen de buitenlandse missionarissen. Uiteraard zijn er ook vele onsen (heet waterpoelen) die wat prettiger zijn om te betreden, varierend van borrelende grijze modder tot kristalhelder blauw water. De reisleider heeft ze in de loop der jaren allemaal bezocht en geeft ter plekke uitleg welke het meest attractief zijn en wat je allemaal nodig hebt om optimaal te genieten van deze typisch Japanse lichamelijke en geestelijke ontspanning.

Ook kun je op een aantal plaatsen eten kopen dat bereid is op de hete stoom van deze vulkanische bronnen. Dat deze snacks daardoor een ietwat ander kleurtje gekregen hebben en een bijzondere zwavel geur hebben, mag de pret niet drukken. Het smaakt meer dan prima en schijnt ook nog eens super gezond te zijn. Wie geniet van deze manier van koken kan zelfs een heuse ‘Hell Steaming Workshop’ volgen waarbij je alle trucjes leert van deze bijzondere vorm van eten bereiden. Ook kun je een bezoek brengen aan een van de Kannawa hellen, waar in de loop der jaren een soort seksmuseum is ontstaan met ’erotische houtblokken’ en met door de natuur en mensenhand gevormde sculpturen van genitaliën.

Wie geen zin heeft om af te reizen naar dit district, kan zich verheugen op het zandbad aan de kustlijn of baden in het wat chiquere Takegawara badhuis, hartje centrum. Tevens heb je de mogelijkheid om op eigen houtje af te reizen naar de Usuki boeddha’s. Deze in de kliffen in zachte steen gekerfde eeuwenoude beelden dateren uit de Heian-en Kamakura-periode. Avontuurlijke geschiedkundigen kunnen een bezoek brengen aan het eiland Kuroshima waar in het jaar 1600 de eerste boot uit Nederland aan wal kwam. Er is een monument op het eiland dat herinnert aan de Nederlandse boot, evenals een piepklein museumpje. Ook de apenkolonie in Beppu (met ruim duizend makaken) en een aquarium met zeedieren zijn te bezoeken op deze (halve) vrije dag. 

Dag 16: Via Ozu naar Matsuyama:

Een veerbootrit van circa drie uur brengt ons vandaag van het (relatief) drukke Japan naar een van de minst bezochte gebieden: Shikoku. Dat dit het tempeleiland bij uitstek is, ontdek je al snel. Vanuit de havenstad Yawatahama reizen we in een klein half uur per trein naar Ozu. Het gerestaureerde kasteel van Ozu is de onbetwiste blikvanger van dit 50.000 zielen tellende historische stadje.

Ook is het leuk om te dwalen door de pittoreske straten van het centrum, daterend uit de Edo-periode. Hoog boven de oevers van de Hijikawa rivier ligt –wat ons betreft- een van de meest bijzondere architectonische gebouwen van Shikoku: Garyu Sanso. Deze iets meer dan een eeuw oude villa werd in vier jaar tijd gebouwd door 9.000 arbeiders. Ondanks deze massale toestroom van werkers blinkt het gebouw uit in subtiele details en een fascinerende tuin. Tevens is het heerlijk om gewoon te relaxen langs de rivier en zijn groene omgeving. Omdat dit kleine stadje helaas geen (comfortabele) hotels herbergt, reizen we later op de dag af naar het verderop gelegen Matsuyama.

Dag 17: Takamatsu:

Vandaag reizen we met de trein naar de levendige havenstad Takamatsu, waar we ons al snel begeven naar de grootste tuin van Japan: de Ritsurin-koen. Al meer dan 400 jaar vermaakt deze groene oase de locals en alle bezoekers van buitenaf. In deze ruim opgezette tuin vind je een prachtige mix van meren, bomen, kanalen, bruggen en kunstmatig gemaakte eilanden. Hier kun je makkelijk enkele dagen doorbrengen zonder je een moment te vervelen. Ook zijn er her en der verspreid enkele musea en traditionele theehuizen te vinden. Wie liever niet gebonden zit aan een park, Takamatsu is een vlakke stad en daardoor ideaal om met een tweewieler te verkennen.

Dag 18: Naar Nara: 

Alhoewel Takamatsu zelf genoeg te bieden heeft qua bezienswaardigheden, reizen we vandaag af naar het kunsteiland Naoshima. Een veerboot bengt je naar dit fotogenieke eiland dat voor de helft bestaat uit moderne sculpturen, kleine vissersdorpen, fraaie musea en interessante gebouwen. Het kunsteiland is vooral een grote aubade aan architect Tadao Ando. Van de ruim 200 gebouwen die deze geweldenaar heeft ontworpen, staan er enkele op dit eiland.

Ook de overvloedig aanwezige kunst –in de musea en daarbuiten- is om van te watertanden, met onder meer werken van Claude Monet, James Turrell, Walter De Maria, Lee Ufant en Yayoi Kusama. Ter plaatse kun je kiezen om alles te verkennen met de goedkope Hop on Hop off bus of met de (elektrische) fiets. Naoshima biedt genoeg cultureel vermaak en natuurschoon om de hele dag door te brengen. Toch verlaten we aan het eind van de middag dit mooie eiland om verder te reizen naar Nara.

Dag 19: Nara (naar Kyoto):

De tempels en heiligdommen van Nara worden algemeen beschouwd als de wieg van de Japanse cultuur. Immers, de stad was nog voor Kyoto de hoofdstad van Japan. Het was een periode waarin heel wat Chinese invloeden via Korea kwamen overgewaaid. Dat is niet alleen te merken aan het stratenplan dat gebaseerd is op dat van de oude Chinese hoofdstad Xi'an, maar ook aan de vele boeddhistische tempels. Het stadspark herbergt enkele van Japans belangrijkste historische bouwwerken, zoals de Todai-ji tempel, het grootste houten gebouw ter wereld onder één dak met binnenin een zestien meter hoog bronzen boeddhabeeld. Enkele musea bevatten een schitterende verzameling boeddhistische beelden van wereldformaat. De veelal in prachtige staat verkerende houten en gelakte beelden zijn tot ruim 1300 jaar oud. Tevens maken we in dit kleine stadje kennis met bedelende herten die er alles aan doen om hun honger te stillen. Het centrum van Nara is relatief klein waardoor alles goed te voet af te leggen is.

De omliggende streek wordt door veel Japanners gezien als het gebied waar Japan is ontstaan. Behalve een schitterende natuur vind je hier ook nog vele historische overblijfselen, zoals de befaamde grafheuvels. In de buurt van Asuka kunnen we een (optionele) ontspannen fietstocht maken in deze historische omgeving. Eeuwenoude grafheuvels, onbekende tempels en een authentieke plattelandsomgeving vormen het levende decor waar we doorheen fietsen. Op het eind van de dag reizen we door naar Kyoto waar we drie nachten zullen verblijven.

Dag 20 & 21: Kyoto:

De komende twee dagen staan geheel in het teken van deze prachtige stad die meer dan 2300 (!) tempels, heiligdommen en andere bezienswaardigheden herbergt. De reisleider kent de stad op zijn duimpje en zal alle mogelijkheden uitgebreid bespreken. Zo kunnen we een bezoek brengen aan het Nijo-jo Paleis, oorspronkelijk gebouwd als residentie voor de shogun Tokugawa Leyasu, Ginkaku-ji (Zilveren Tempel), Kinkaku-ji (Gouden Tempel), Ryoan-ji (Tempel van de Vreedzame Draak) en de Sanjusangen-do (1000 Boeddha’s). Het exacte programma bepalen we ter plekke.

Een absolute aanrader is een wandeling door de oostelijke kant van Kyoto. In de geishawijk Gion en de theepotwijk, met overal houten huizen en traditionele winkels, snuiven we de geur op van deze sfeervolle buurt. Als we geluk hebben, komen we een geisha of maiko (geisha in opleiding) tegen. Toeristen kunnen zich –net als die duizenden andere bezoekers uit de omringende landen van Japan- laten schminken en kleden als een geisha en zich vervolgens laten fotograferen in deze eeuwenoude omgeving.

Ook bestaat de mogelijkheid om deze route (gedeeltelijk) met de fiets af te leggen. Iets verder zuidelijk ligt de shintoshrijn Fushimi Inari-taisha met meer dan duizend zeer fotogenieke vermiljoenrode torii's. De sfeervolle wijk Arashiyama met zijn prachtige bamboebos is eveneens een aanrader. Hier kunnen we een fraaie fietstocht maken langs de rivier. Liefhebbers van moderne architectuur moeten zeker een uitgebreider bezoek brengen aan het treinstation van Kyoto. Kortom: we komen tijd te kort in dit levendige sprookjesboek.

Dag 22: Naar huis:

Vandaag nemen we al vroeg de trein naar de luchthaven. Op Kansai Airport in Osaka zal Theo Leerintveld, je Nederlandse reisleider, afscheid van je nemen of met je mee vliegen naar zijn volgende bestemming. Wij zijn er rotsvast van overtuigd dat je tegen deze tijd van deze rondreis optimaal hebt genoten.